Wanneer je het leven hebt bereikt vanuit normale menselijkheid en perfect gemaakt bent, ook al kun je geen profetieën spreken en ken je geen mysteries, zul je het beeld van een mens naleven en onthullen. God heeft de mens geschapen, waarna hij werd verdorven door Satan en dit verderf heeft van mensen ‘dode lichamen’ gemaakt. Daarom zul je, nadat je bent veranderd, anders zijn dan deze dode lichamen.
‘Jehova’ is de naam die ik tijdens mijn werk in Israël heb aangenomen en het betekent de God van de Israëlieten (Gods uitverkoren volk), die medelijden kan hebben met de mens, de mens kan vervloeken en de mens de weg kan wijzen. Het betekent de God die grote macht bezit en vol wijsheid is. … Dat wil zeggen, alleen Jehova is de God van het uitverkoren volk van Israël, de God van Abraham, de God van Isaak, de God van Jacob, de God van Mozes en de God van het hele volk van Israël.
Als de nacht binnensluipt, blijft de mens onwetend, want het hart van de mens kan niet waarnemen hoe de duisternis nadert of waar zij vandaan komt. Als de nacht stilletjes wegglipt, verwelkomt de mens het daglicht, maar het hart van de mens begrijpt nog minder waar het licht vandaan is gekomen en hoe het de duisternis van de nacht heeft verdreven. Deze terugkerende afwisseling van dag en nacht neemt de mens mee van de ene periode naar de volgende, bewegend door de tijd.