‘Jehova’ is de naam die ik tijdens mijn werk in Israël heb aangenomen en het betekent de God van de Israëlieten (Gods uitverkoren volk), die medelijden kan hebben met de mens, de mens kan vervloeken en de mens de weg kan wijzen. Het betekent de God die grote macht bezit en vol wijsheid is. … Dat wil zeggen, alleen Jehova is de God van het uitverkoren volk van Israël, de God van Abraham, de God van Isaak, de God van Jacob, de God van Mozes en de God van het hele volk van Israël.
De mens begrijpt een beetje van het werk van vandaag en het werk van de toekomst, maar hij begrijpt niet de bestemming die de mens zal binnengaan. Als schepsel, zou de mens de plicht van een schepsel moeten uitvoeren: de mens zou God moeten volgen in alles wat Hij doet en jullie zouden moeten verdergaan in wat ik jullie vertel.